Afgelopen weekend was ik scheidsrechter bij de Swim Cup in Eindhoven, een groot driedaags toernooi met vrijwel de gehele Nederlandse top en een zeer grote internationale deelname. De wedstrijd gold als kwalificatietoernooi voor alle internationale titeltoernooien in 2018, zoals EK in Glasgow, de EJK in Helsinki en de Jeugd OS in Buenos Aires.
Mij is gevraagd om eens een verslagje te schrijven hoe een scheidsrechter dit toernooi eigenlijk beleeft. Nou, ik geef je hierbij een blik achter de schermen. Het begint eigenlijk al in oktober als alle NK scheidsrechters (8 in totaal) worden ingedeeld voor de NK’s en Swimcups van dat seizoen. Omdat de Swim Cup Eindhoven (SC) een FINA evenement is, moet er ook minimaal 1 FINA scheidsrechter aanwezig zijn. We hebben er momenteel 4 hiervan in Nederland, waar ik dus ook bij hoor.
Enkele weken voor de SC begint de voorbereiding. Ik zoek de bepalingen en het wedstrijdprogramma op (site KNZB) en heb al de eerste contacten met de coördinator die de officials voor alle sessies bijeen zoekt. In Eindhoven wordt op 10 banen gezwommen en dan zijn e in totaal per sessie 34 officials benodigd. Een behoorlijke groep dus. In de ochtend worden de series gezwommen en de middagsessie bestaat uit een B-finale blok en een A-finale blok. Ik maak vooraf een juryindeling waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden dat iedereen een wisselende taak en baan krijgt, inclusief de reserves. Hier zit ik al gauw 2 avonden op te puzzelen!
Ongeveer 1,5 week voor het toernooi krijg ik meestal een volledig draaiboek van de organisatie. Daarin kan ik zien wat er geregeld wordt op het gebied van bijv. extra tribunes (niet nodig in Eindhoven), prijsuitreikingen, plaats van de juryruimte, kluisjes voor persoonlijke spullen, catering, elektronische tijdwaarneming (ETW), maar ook de aanwezigheid van telborden en bellen voor de lange afstanden etc. etc. Zo’n draaiboek geeft mij een beeld hoe de organisatie is voorbereid op dit grote toernooi.
Vervolgens begin ik de juryvergadering in concept voor te bereiden: welke onderdelen wil ik benadrukken, wat vind ik voor deze wedstrijd belangrijk. Bij de SC heeft bij mij de nadruk gelegen op de werkwijze van aanleveren van diskwalificatievoorstellen (afwijkend t.o.v. normale wedstrijden met ETW) en de positie van de officials bij de startprocedure en tijdens de race. Op tv lijkt het er allemaal zo simpel uit te zien, maar zie maar eens 10 officials keurig op een rijtje naast elkaar te laten staan. Bovendien duurt elke sessie zo’n drie uur of langer, dus concentratieverlies ligt dan op de loer. Over dit soort dingen denk ik dus vooraf na hoe ik het graag zou willen hebben, zonder onnodige vertraging van het vooraf opgestelde (in dit geval zeer strakke) tijdschema te veroorzaken.
Op donderdag vertrek ik naar Eindhoven. Samen met de 2e scheidsrechter inspecteer ik het bad en kijk ik of de tijdplaten goed bevestigd zijn, controleer de rugslagstartsteunen, meet het bad op (elke baan moet tussen 50,000 en 50.030 meter lang zijn), maak afspraken met organisatie, speaker, tijdwaarneming e.d. Maar ik kijk ook of de logistiek klopt met wat er in het draaiboek is opgenomen. Dit alles kost wel zo’n 2,5 uur tijd. Nog een leuk dingetje: op het juryplatform werd een mooie Maserati geparkeerd. De zwemmer met de beste totaalprestatie, gerekend over 2 weekenden (SC den Haag en SC Eindhoven) mag een weekend lang de auto gebruiken (weliswaar onder toezicht, haha).
Op de wedstrijddagen ben ik ongeveer 3/4 uur voor de juryvergadering in het bad aanwezig voor de laatste kleine dingetjes. De juryvergadering is een uur voor de wedstrijd en zet wat mij betreft wel de toon hoe we als officials de wedstrijden ingaan. Na de opmars en het voorstellen van scheidsrechters en starters kan de wedstrijd dan eindelijk beginnen. De eerste start is altijd het meest spannend: werkt alles naar behoren en gaat iedereen goed van start. Tijdens deze SC haperde (o, schrik) het geluidskastje van de starter, dus moest ik de start afbreken en enkele minuten wachten totdat het kastje was vervangen. De rest van de wedstrijd verloopt vervolgens gelukkig vrijwel vlekkeloos. Ik neem alle damesnummers voor mijn rekening, terwijl mijn collega scheidsrechter de herennummers op zich neemt. De sprintnummers en de rugslagnummers zijn altijd spannend. Bij de sprintnummers zijn de zwemmers zo scherp bij de start en bij de rugslag moeten de officials de rugslagstartsteunen bedienen. Dat laatste gaat niet altijd even soepel en dat vergt weer wat improvisatie van onze zijde.
Als scheidsrechter maak je de wedstrijd van zeer nabij mee, en natuurlijk beleef ik het enthousiasme als er weer een Nederlands record wordt gezwommen of een limiet wordt gehaald voor het EK. Anderzijds, ik kijk niet naar namen en personen ook al heten ze Ferry Weertman of Ranomi. Ik zie 10 zwemmers staan en daar concentreer ik me op. Het klinkt misschien heel gek, maar het gebeurt regelmatig dat ik pas aan het einde van de race merk wie er gezwommen heeft.
Na afloop van elke (finale) sessie ben ik weer blij en trots dat de wedstrijd goed is verlopen en dat de opgetreden problemen meestal naar ieders tevredenheid zijn opgelost.
Ik was overigens niet de enige Ducker in het bad: op zondag was Bionda er ook om Hilda aan te moedigen tijdens de Juniorencup en op zaterdag maakte Mariska Breen deel uit van de jury.
Ik zal niet ontkennen dat het een eer is om als scheidsrechter te mogen fungeren op zo’n belangrijke wedstrijd als
de SC in Eindhoven. Ik kijk dan ook met veel genoegen terug op dit toernooi en hoop dit nog vaak te mogen meemaken.
Nico van Maanen